Pauline Piekert over festivals

Festivals maken je gelukkiger en open minded. We doen er aan zelfontwikkeling en voelen ons gelukkiger door naar vrolijke muziek te luisteren.

Dat klinkt allemaal logisch, volgens piekerende Pauline:

Van het kleine event in het zand met b-bands tot de reuzen der aarde: op festivals voel ik me in mijn nopjes. Ook al weet niemand wat die nopjes precies zijn.

Het begint met inpakken, drank overgieten in plastieken flessen en checken of ik mijn nagelknippertje bij heb. Want hoewel ik me niet kan herinneren dat ik dat laatste al eens ter plekke moest gebruiken, toch ben je beter voorbereid op alles.

Ik betaal geen 200 euro om een heel weekend aan alles wat ik aanraak te haperen.

Eens de tent opgezet is en het -dan nog- frisse bier vloeit, pas ik mijn outfit aan. De kleren waarin ik met een trekzak vol nagelknippers sleurde, zijn ondertussen doordrenkt met zweet. En dat hoort niet bij mijn 'image'.

Dus kleed ik me om. “Oh dit? Heb ik al een tijdje hoor.” Lees: “Te kort voor het werk, te speciaal voor het gewone leven. Hier, op dit afgesloten stukje wereld, ga ik me kleden als iemand die ik wil zijn.”

En dan huppel ik naar de wei. Meestal te laat, waardoor ik me tussen handen, benen, plassen bier en volledige lichamen moet wurmen. De band is al begonnen. Ik zing mee terwijl ik een open plek in de massa zoek. Een plek waar ik kan dansen en blij zijn.

Helemaal 'in the zone' stop ik met praten. Het gaat nu enkel nog om de muziek en ik. We zijn samen alleen en ik heb niets meer nodig.

Vergeet die wachtrijen voor de wc, vergeet het bier dat volgens urban legends aangelengd is met water. Denk niet aan de geur van de toch ietwat te oude man die naast je staat te roepen naar iemand die hem nooit zal horen.

Alles is oké, hier klaagt men niet.